In de middenbeuk van de Sint-Hilariuskerk bevindt zich een grafsteen met als opschrift: Hier leet begrave gheraert van udekem ter saeligher gedachten die sterf: anno xv xlvii den xx dach van september. Dit is de grafsteen van Geraert van Udekem, heer van Guertechin, gehuwd met Gertrudis Pynnock (de kleindochter van Amelric Pinnock, kasteelheer van Horst). Hij overleed op 20 september 1547.
Gerard van Udekem (of d'Udekem) is een rechtstreekse stamvader van een groot adellijk geslacht waartoe ook de familie d'Udekem d'Acoz behoort, de familie van onze koningin Mathilde.
De heerlijkheid Udekem was gelegen in Korbeke. Het ging in de 14de eeuw samen met het Bierbeeks leen Overloo in Corbeek-Overloo, later Korbeek-Lo. Meerdere Udekems kwamen voor in het gevolg van de hertogen van Brabant en ene Reinier van Udekem stichtte in 1219 een norbertinessenklooster in Pellenberg. De Udekems hadden een ruim leengoed met watermolen (en vijvers) op de Molenbeek, waarschijnlijk gelegen ter hoogte van het huidige kasteel Vijverhof in Korbeek-Lo.
De familie d'Udekem was eeuwenlang met Leuven verbonden. Zo waren Jacques A.B. d'Udekem en Franciscus P.F. d'Udekem raadsheren in Leuven. Na de Belgische onafhankelijkheid werd zoon Ferdinand d'Udekem zelfs burgemeester van Leuven (1842-1852) en senator. De betovergrootvader van koningin Mathilde daarentegen, een broer van de hierboven vernoemde Jacques A.B., verliet echter Leuven en vestigde zich definitief in Wallonië.
Meer info hierover in artikels van o.a. prof. Eduard Van Ermen en op http://users.skynet.be/koen.hendrickx/udekem/udekem.html.