Water was en is fundamenteel voor het bestaan van de mens. Hij heeft drinkwater nodig en water voor de persoonlijke hygiëne. Water ligt aan de bron van alle leven op onze planeet: het wordt gebruikt voor landbouw en veeteelt en is nodig voor de productie van bijna alle zaken die we dagelijks gebruiken.
In het rijke westen zijn we gewoon dat water gewoon uit de kraan komt. In andere delen van de wereld is dit veel minder gewoon.
Technologie van vroeger
Reeds in de oudheid speelde water een belangrijke rol. Mensen gingen wonen in de buurt van poelen en beken en al vanaf bijbelse tijden werd water gekanaliseerd en opgevangen om later gebruikt te worden. De Romeinse aquaducten waren slechts het eindresultaat van vele vroegere experimenten maar vormen wel het toppunt van technische kennis. Hiervan zijn er in heel Europa en het Middellands Zeegebied nog tal van restanten te bewonderen.
In onze lage landen was de watervoorziening vooral gebaseerd op waterputten. Vele boerderijen beschikten over een eigen waterput, meestal voorzien van een ophaalmechanisme en later ook van een afsluitbaar deksel. Vanaf de 17de eeuw werden putten in de steden afgedekt en voorzien van een handpomp. Door de bevolkingsuitbreiding was het niet altijd mogelijk om bacteriële verontreiniging tegen te gaan en er ontstonden gezondheidsplagen zoals tyfus en cholera. Men ging water koken en verwerken, bv. bier te brouwen. Bier was in die tijd gezonder dan putwater.
Voor de persoonlijke hygiëne, voor het wassen van klederen of het drenken van de dieren was men afhankelijk van de beek of een aangelegde vijver of poel. Water diende ook om energie op te wekken, zoals bij de watermolen. Maar het was pas in de 19de eeuw dat men extreem veel water nodig had voor de stoommachines, die zorgden voor de drijfkracht in de industrie en voor het spoorverkeer.
Op het platteland
Op het platteland hadden de meeste boeren een kleine of grote waterput. Maar het water uit die put was niet altijd drinkbaar en om die reden begonnen gemeentebesturen ook hier met het (dieper) boren van een gemeentelijke put met een pomp. Wij vonden tal van gemeenteraadsbeslissingen waaruit we konden afleiden dat er gemeenteputten en -pompen waren in Haasrode (tot 1928 een Bierbeeks gehucht), Mollendaal, Bovenheide, Soveneel, Culot, Vinave, Perre, enz.
Meer info over de waterputten in Bierbeek - gemeenteraadsbeslissingen (pdf)
De dorpspomp van Bierbeek bevond zich op het dorpsplein, tussen de huidige huizen 32 en 34 in de Dorpsstraat. Amand Evers schrijft hierover: De bewoners in de omgeving gebruikten effectief de pomp om zich van drinkwater te voorzien en de vrouwen vonden het fijn om, aan de pomp, regelmatig hun babbeltje te doen. En dan stonden ze op de goede plaats om andere vrouwen, die in het dorp moesten zijn, te verleiden om mee te blijven babbelen. Zo was die pomp een soort roddelhoekje van het dorp.
Het is pas na de Tweede Wereldoorlog dat de eerste waterleidingen aangelegd werden, en – getuige de stukken van de gemeenteraad – niet alle politici waren direct overtuigd van het nut daarvan. In Korbeek-Lo werd al in 1946 beslist om waterleiding aan te leggen, in Bierbeek (1950), Opvelp (1949) en Lovenjoel (1955) gebeurde dit later.
Leuven geeft het voorbeeld
Vanwaar kwam ons water? Bij de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog werd de Nationale Maatschappij der Waterleidingen (NMW – momenteel De Watergroep) opgericht. In 1952 opende deze een grondwaterwinning met 12 diepe putten in de Huiskensstraat, op de grens van Heverlee en Korbeek-Lo. Samen met de 2 bestaande Leuvense waterwinningen (Kadol in de Broekstraat in Heverlee en Abdij van Park Heverlee) leverden zijn drinkwater aan het Zuidoosten van Leuven, Heverlee, Oud-Heverlee, Vaalbeek, Blanden, Haasrode, Bierbeek, Lovenjoel, Korbeek-Lo, Pellenberg en Kessel-Lo. De 3 waterwinningen liggen in de vallei van de Molenbeek, die hier in Bierbeek ontspringt. Zij bestaan nog altijd en werden in het begin van deze eeuw samengevoegd in het Waterproductiecentrum aan de Brabanthal in Haasrode. Daar werd in 2013 ook een onthardingsinstallatie geplaatst dat voor zuiver en zacht water zorgt voor 75.000 inwoners.
Waterleidingen in Leuven
In 1890 maakte het stadsbestuur van Leuven werk van een gemeentelijke waterleiding en er werd een eerste put gegraven en pompstation gebouwd in de moerasbeemden in de vallei van de Molenbeek in de Broekstraat in Heverlee (Kadol). Men deed daarbij beroep op Nederlandse expertise (Waterleidings-exploitatie-maatschappij Rotterdam). Om het debiet te vergroten bouwde men een tweede pompstation gebouwd met 14 putten aan de Abdij van Park Heverlee. En in 1952 bouwde de NMW dan het pompstation Huiskens op de grens van Heverlee en Korbeek-Lo.
Watertoren Bovenheide
In 1968 liet de toenmalige NMW op de Bovenheide, het hoogste punt van Bierbeek (103,6 m), een watertoren bouwen. De watertoren werd gebouwd door de Ateliers de Construction de Jambes (Namur) en kostte toen 5,7 miljoen Belgische franken (140.000 euro).
De bolvormige watertoren heeft een inhoud van 500 m³ en is 29 meter hoog. Hij bedient naast Bierbeek ook Pellenberg-kliniek, een deel van Kessel-Lo (Trolieberg), Lubbeek (hoog net), Blanden, Haasrode en Lovenjoel.
De bouw verliep niet zonder problemen. Op de foto zien we dat de bol eerst op de grond aan mekaar gelast werd en nadien op de toren gezet werd (zomer 1969). Toen men de watertoren aan het vullen was, sprong een persleiding en zette de hele helling naar Neervelp toe blank. De pas gegoten betonnen delen van de vernieuwde Neervelpsestraat werden meegesleurd. In 1993 werd hij grondig gerenoveerd en werd de typische mondiale schildering er op aangebracht. En in juli 2011 verontreinigde een dode vogel het water in de watertoren, waardoor Bierbeek een week lang zonder waterleiding zat.
Wist je overigens dat onze watertoren een tweelingbroer heeft? De heer Eber Ohlsson uit Zweden maakte er ons attent op dat in Bjärnum (Zuid-Zweden) een identieke boltoren met mondiale schildering staat (meer info op www.eber.se) .
Watertoren Sint-Kamillus
Er is nog een tweede watertoren in Bierbeek, die van Sint-Kamillus. Reeds bij de bouw van deze instelling van de Broeders van Liefde op de Krijkelberg in 1932 werd voorzien in een eigen waterwinning en waterzuivering. Achteraan het domein pompt men water op uit 4 waterputten van ongeveer 30 meter diep. Van daaruit wordt het water gezuiverd en ontsmet en met pompen naar de watertoren gepompt. Deze heeft een inhoud van 150 m³ waarmee men het verbruik op de campus van 2 dagen kan dekken. De toren wordt automatisch bijgevuld en functioneert na 90 jaar nog altijd zoals voorheen.
Tot slot voor de volledigheid: het drinkwater van Opvelp wordt door de watertoren van Tienen gedistribueerd en betrekt zijn water uit de waterwinningen van Hélécine (Waals-Brabant).
Opzoekingen en tekst: Pol Vanden Bempt - Liebrecht Salen