In 2024 zijn er niet minder dan 5 verkiezingen. Op zondag 9 juni stemmen we voor het Europees, federaal en Vlaams parlement. En op 13 oktober verkiezen we gemeenteraadsleden en provincieraadsleden. Voor het eerst is er bij de lokale verkiezingen geen opkomstplicht. Hoe was dat vroeger? Om te mogen stemmen werd jarenlang een bitse strijd gevoerd.
Een man = een stem
Na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, was het eindelijk zover: elke Belgische man kreeg één stem, ongeacht of hij rijk of arm was, grond had of belastingen betaalde. Onze koning, Albert I, vond dat alle mannen die 4 jaar lang moedig gestreden hadden voor hun vaderland, dit verdienden. Daarmee werd hetalgemeen enkelvoudig stemrecht, een van de belangrijkste eisen van de socialistische beweging verwezenlijkt. Maar: de helft van de bevolking mocht nog niet meestemmen… Vrouwen kregen alleen stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen. In 1921, de eerste verkiezingen na de oorlog, werden in heel België 196 vrouwen verkozen. Één van hen in Korbeek-Lo: Henriette Emilie Ernst de Bunswyck (1867-1940). Deze 54-jarige vrouw had zich tijdens de Eerste Wereldoorlog verdienstelijk ingezet in het plaatselijk Hulp- en Voedingscomité. Zij bleef raadslid voor de katholieke partij tot 1927.
75 jaar vrouwenstemrecht
Belgische vrouwen kregen in 1948 het recht om ook aan de parlementsverkiezingen deel te nemen, laat in vergelijking met tal van andere landen in de wereld. Nochtans werd in 1921 een eerste vrouw gecoöpteerd in de senaat, de socialistische Maria Spaak-Janson. De eerste vrouwelijke minister, Margriet De Riemaecker-Legot (CVP), werd benoemd in 1965 en in 2019 werd Sophie Wilmès (MR) de eerste vrouwelijke premier. Vanaf 2002 verplichtte de kieswet een evenredige verdeling van vrouwen en mannen op de kieslijsten voor alle verkiezingen.
Bierbeekse pioniers
Ook in de vier gemeenten die nu Bierbeek vormen, was politiek lang een mannenbastion. Het was alweer in Korbeek-Lo dat daar verandering in kwam. In 1947 werd Martha Caluwaerts verkozen als gemeenteraadslid op de katholieke lijst. Op diezelfde lijst werd ook Magda Vandekerkhove aangewezen tot lid van de Commissie van Openbare Onderstand (COO), de voorloper van het OCMW/Dienst Welzijn. Zij werd prompt voorzitter en bleef dat van 1947 tot 1956. Van 1963 tot 1976 was Maria Verlinden in Korbeek-Lo gemeenteraadslid voor CVP.
Josse Denonville
In Bierbeek werd in 1965 voor het eerst een vrouw schepen: Josse Denonville (1931-2022, foto) trad hiermee in het spoor van haar vader Jules, die burgemeester was van 1933 tot 1947. Mevrouw Denonville was op de CVP-lijst verkozen en werd in 1971 benoemd tot burgemeester van Bierbeek. Ook in Bierbeek werd Josée Vanlaer in 1965 aangeduid als COO-raadslid (tot 1971). In 1971 werden ook nog andere vrouwen verkozen: in Korbeek-Lo Maria Pitschon en in Lovenjoel Lieve Rector, beide CVP. In Bierbeek werd Nelly Drappier aangeduid als COO-lid (tot 1976).
Na de fusie werd Josse Denonville opnieuw schepen naast burgemeester Frans Cockx. Vanaf de volgende verkiezingen trok zij de lijst van CVP en werd burgemeester van 1983 tot en met 1999. In alle volgende verkiezingen werden op de verschillende lijsten meerdere vrouwen verkozen tot raadslid en schepen. Momenteel zijn de vrouwen zelfs in de meerderheid in de gemeenteraad.