De lindeboom van Bierbeek

De lindeboom op het kruispunt tussen Bierbeek, Haasrode en Korbeek-Lo werd omgezaagd. Hij was helemaal ziek en dreigde om te vallen, waardoor de veiligheid van de voorbijgangers en het verkeer in gevaar kwam.

De lindeboom is naast de eik en de beuk, een van de grootste inheemse loofbomen. De Kelten beschouwden de boom als een heilige boom en teken van vruchtbaarheid, opgedragen aan de godin Freya. Onder de boom kwamen de druïden samen om belangrijke beslissingen te nemen. In de middeleeuwen sprak de ‘vierschaar’ (een soort middeleeuwse rechtbank) onder de dorpslinde zijn vonnissen uit. Na de kerstening van Europa hing men massaal kapelletjes met Maria-beeldjes in de boom en met zijn grote kruin bood de linde een schuilplaats tegen de regen voor mens en dier. Daarenboven wordt een linde vaak zeer oud en hij fungeert vaak als baken in het landschap of als laanboom (zoals de kilometerslange laan ‘Unter den Linden’ in Berlijn).

De eerste linde

Vanouds bestond de gewoonte om lindebomen te planten ter herinnering aan gebeurtenissen. Dit gebeurde meestal op kruispunten van wegen. ‘Onze’ linde werd aangeplant in 1830 na de Belgische revolutie – als ‘vrijheidsboom’. Hij stond op het kruispunt met de steenwegen naar Korbeek-Lo en naar Haasrode en nog enkele andere straten.

Maar reeds voor 1500 stond daar blijkbaar al een lindeboom in de buurt: op de kruising van de Merenstraat en de wegen naar Korbeek-Lo en Haasrode. Deze linde Deze linde is vermeld in verschillende administratieve akten (o.a. van grondverdeling) als “de grote linde, vanwaar de straat naar ’t Ruysbroeck uitging”. Waarschijnlijk rond 1790 werd een jonge linde geplaatst nadat de Brabantse patriotten de Oostenrijkse troepen van Jozef II hadden verdreven en de onafhankelijkheid van het land hadden uitgeroepen. Spijtig genoeg duurde de roes van de ‘Brabantse revolutie’ niet lang.

De linde die nu geveld werd, werd in 1830 geplant door ene Jacques Pierlet (lees verder hieronder). Terzelfdertijd plantte hij nog twee andere lindebomen: één op de hoek van de Waterstraat voor het huis van de brouwerij waar hij woonde en de andere op de boord van de boomgaard van het Bergenhof. Deze boom staat er nog steeds.

Een nieuwe linde

Na 150 jaar begon de neergang van de statige lindeboom, er kwam zelfs een boomchirurg aan te pas en de linde werd ‘verzwaard’ met beton. In 1990 plantte de gemeenteraad o.l.v. burgemeester Josse Denonville een nieuwe linde naast de oude. Gezien zijn historische waarde kreeg de (oude) lindeboom een plaats op de inventaris van onroerend erfgoed (https://inventaris.onreorenderfgoed.be/erfgoedobjecten/306190).

En bij de bouw van het gemeentehuis in 2014 werd een ‘vredeslinde’ geplant op het pleintje tussen de borre en het nieuwe gemeentehuis.

Omdat de linde ten dode opgeschreven was, dreigde om te vallen en een gevaar vormde voor de voorbijgangers en het verkeer, werd hij op 24 september 2020 omgezaagd. De stam is helemaal hol en het hout van een linde is ongeschikt voor buitenschrijnwerk. Toch zal de gemeente proberen een aantal delen te recupereren en dit stuk erfgoed voor de gemeenschap te bewaren.

Wie nog oude foto’s heeft van onze lindeboom, mag deze altijd bezorgen aan info@bierbeek.be.

Wie was Jacques Pierlet?

Jacques Pierlet is in Bierbeek aangekomen vóór 1770 en was afkomstig van Bergilers bij Waremme. Hij had zijn geboortedorp verlaten om zich te onttrekken aan de legerdienst en verschool zich te Bierbeek waar hij in dienst trad in de brouwerij ‘Den Engel’. Deze was gelegen op de hoek van de Waterstraat en de Hoogstraat en was eigendom van Hendrik Smeyers. Het woonhuis van het gebouw bestond op het einde van de 18e eeuw uit een huis zonder verdieping en haar eeuwenoude gewelven bestaan nu nog.

Na het overlijden van Smeyers huwde Jacques in 1791 met zijn weduwe Jeanne Freson. Hij zette de brouwerszaak voort en deed goede zaken. Na haar overlijden huwde nu met Catherine Melon, een huwelijk waaruit een dochter Theresia Pierlet werd geboren. Nadat Jacques overleden was in 1815 huwde Catherine Melon met Lambert Stockx die de brouwerij voortzette. Na het overlijden van zijn schoonvader erfde Hendrik Vanautgaerden de brouwerij met verscheidene percelen land. Hij hield de zaak in werking totdat in 1860 grote brouwerijen hun brouwsel op de markt brachten en legde de brouwerij dan maar stil. Later liet de heer Brullemans op het gebouw nog twee verdiepingen bijbouwen en bracht de brouwerij, die een halve eeuw stil lag opnieuw in werking.

Momenteel bevindt zich in het pand het restaurant ‘Moemmedel’.

Opzoekingen: Maurice Boghe - Pol Vanden Bempt - tekst: Maurice Boghe - Liebrecht Salen